Belasting spaargeld 2022, hoeveel betaal je?
Ontdek hoeveel je betaalt aan belasting spaargeld 2022. De spaartaks heet ook wel vermogensrendementsheffing of vermogensbelasting. Het gaat hier om vermogen als spaargeld, contant geld, waardevolle bezittingen, een tweede huis etc.
Vóór 2009 maakte niemand een probleem van de belasting op spaargeld of vermogen, omdat de verkregen spaarrente hoger was dan de belasting die betaald moest worden. In 2022 is de spaarrente nog maar amper 0,05 procent, de spaartaks is hierop aangepast.
De spaartaks, wat is dat?
Een andere benaming voor spaartaks is ook wel vermogensrendementsheffing. Het gaat hier om spaargeld waarover belasting betaald moet worden. Maar niet alleen spaargeld valt onder het vermogen. Ook tegoeden op betaalrekeningen, een tweede woning, effectenrekeningen, kostbaarheden zoals sieraden en contant geld worden meegerekend. Vergeet ook niet de crypto bezittingen! Schulden mogen hiervan afgetrokken worden. Wat overblijft is het netto vermogen.
Tip: leukste spaarpotten voor jezelf of als cadeau
Waarom belasting spaargeld betalen?
In Nederland is de belastingdruk hoog. De overheid probeert overal geld vandaag te halen. Tot het jaar 2001 was er de vermogensbelasting. Vanaf 2001 geldt de vermogensrendementsheffing. Dit betreft al het vermogen dat in box 3 valt.
In landen als België, Duitsland, Denemarken, Italië, Luxemburg, Oostenrijk, Spanje, Zweden en Zwitserland is de vermogensbelasting afgeschaft. In het jaar 2021 wordt in deze landen geen belasting over het vermogen betaald. Om die reden zijn er soms Nederlands die hun spaargeld in een van die landen neerzetten. Nederland kan deze gegevens inzien en alsnog een naheffing sturen.
Hoeveel procent belasting spaargeld?
Tot het jaar 2001 bedroeg het bedrag 0.7 procent van het totale vermogen minus de schulden. Vanaf 2001 werd uitgegaan van een rendement op spaarrekeningen van 4 procent. Over dit rendement werd 30 procent belasting geheven. In 2022 ziet de vermogensbelasting er als volgt uit:
- Tot en met € 50.650 betaal je 0 %
- Vanaf € 50.650 tot € 101.300 betaal je 0,56%
- Vanaf € 101.301 tot € 1.012.350 betaal je 1,35%
- Vanaf € 1.012.351 betaal je 1,71%
Tot een vermogen van € 50.650 betaal je geen vermogensbelasting. In 2019 bedroeg het belastingvrij vermogen nog € 30.360 per persoon. Dat is dus flink omhoog gegaan.
Heb je bijvoorbeeld voor €25.000 aan spaargeld en nog eens €5.000 cryptomunten maar verder geen vermogen, dan val je net onder de beslagvrije voet. Je betaalt dan geen vermogensrendementsheffing.
Is belasting spaargeld wel eerlijk?
Of belasting over spaargeld betalen eerlijk is, hangt per persoon af. Het spaargeld is vaak afkomstig van loon of inkomsten. Hierover is al een gedeelte aan belasting betaald, vaak rond de 38 tot 42 procent voor de gemiddelde burger. Wie dit geld vervolgens op een spaarrekening zet, mag er nog eens belasting over betalen. Wie het zo bekijkt, kan het oneerlijk vinden. Anderzijds, Nederland is nog steeds een verzorgingsstaat en biedt de burgers zekerheid op onder andere inkomen, onderwijs en zorg.
In 2019 is deze belasting aangepast
Jarenlang klaagde niemand over deze vermogensrendementsheffing. Deze was immers reëel. Sinds de economische crisis, die rond 2009 duidelijk zichtbaar werd, daalde ook de spaarrente. In 2019 bedraagt deze gemiddeld 0,05 tot 0,1 procent. Dit wil zeggen dat spaarders een kruimel aan rente op hun spaarrekening bijgeschreven krijgen. In sommige landen was er zelfs al sprake van een negatieve rente: spaarders moeten betalen om hun spaargeld bij de bank onder te brengen.
De eerdere vermogensrendementsheffing van 1,2 procent was daarom niet meer reëel tegenover een spaarrente van 0,1 procent. De onvrede onder spaarders was dan ook erg groot. Met het gevolg dat steeds meer spaarders dreigden hun spaartegoeden op te nemen.
Minister Dijsselbloem beloofde verbetering
De minister van financiën, Jeroen Dijsselbloem, was zich bewust van de te hoge spaartaks. In april 2015 deed hij de uitspraak dat op Prinsjesdag nieuwe plannen kwamen omtrent deze belasting. Politieke partijen waren het lang oneens over deze belasting. De VVD vond dat dat het vermogen te zwaar belast werd, terwijl de PvdA van mening was dat het nog zwaarder kon.
De belasting op spaargeld in 2019 van 0,58% (eerste schrijf) was een stuk realistischer. In 2022 bedraagt de eerste schijf 0,56%, ook weer aangepast naar de lagere spaarrentes.
Grondslag sparen en beleggen
Vermogen is de waarde van alle bezittingen, waarvan de schulden eraf worden getrokken. Let op met de ‘grondslag sparen en beleggen’. Dit is de waarde van het vermogen op 1 januari van het jaar van aangifte. Nu steeds meer mensen beleggen in cryptocurrency, moet ook dit worden meegenomen als vermogen. Hierbij wordt gekeken naar de waarde van cryptocurrency op 1 januari van het aangiftejaar. Het maakt hierbij niet uit of iemand op winst of verlies staat.
Bekijk crypto hardware wallets
Via de website Cryptocompare.com zijn alle gemiddelde koersen inzichtelijk. Het is onduidelijk welke koersen de Belastingdienst aanhoudt, maar de kans is groot dat deze overheidsinstantie ook deze gegevens aanhoudt voor de belasting op spaargeld.
