Souffleren (koken) uitgelegd

Bijgewerkt: 25 februari 2024

Hou je van koken? Soms kom je een term tegen waar je nog nooit van gehoord had. Bijvoorbeeld souffleren (koken). Dit is het luchtig maken van een gerecht. Niet te verwarren met een souffleur, dit is een belangrijk figuur bij een toneelstuk. Hoe moet je souffleren wanneer je aan het koken bent? Dat lees je hieronder.

Koken en bakken

Souffleren heeft met koken en bakken te maken. Je kunt namelijk op verschillende manieren souffleren. Het gaat om het luchtig en zacht maken van een gerecht. Souffleren tijdens het bakken gebeurt in een oven, waarbij je gebruik maakt van stijfgeklopt eiwit.

Hieronder vind je enkele recepten waarin de term souffleren voorbijkomen. Dan weet je ook hoe je dit toe moet passen.

Aardappelensoufflé

Een zeer bekend recept is aardappelensoufflé, ook wel als aardappelensoufflee geschreven. Een heerlijk luchtig en hartig gerecht met aardappelen als hoofdingrediënt. Dit heb je nodig:

• 500 g kruimige aardappelen
• 3 eieren
• 1 dl slagroom
• 80 g boter
• 100 g geraspte kaas
• Een beetje nootmuskaat

Schil en snijd de aardappelen en kook ze een 20 minuten gaar. Afgieten en samen met 60 g boter en 1 dl slagroom pureren. Voeg wat nootmuskaat, peper en zout toe.

Neem 20 g boter en smelt dit in een pannetje. Vet hier raamekinbakjes mee in.

Na het invetten bestuif je ze met wat bloem, dit hoeft niet veel te zijn. Neem een schone en vetvrije kom en klop drie eiwitten stijf. Meng vervolgens twee eierdooiers en de geraspte kaas door de aardappelpuree. Schep hier het eiwit doorheen, zodat dit losser wordt. Niet roeren want dan zakt alles weer in, alleen voorzichtig doorscheppen.

Vul de bakjes met de puree en zorg dat je tot een centimeter onder de rand vult. Zet de bakjes in de voorverwarmde oven (200 °C). Bak de aardappelensoufflé in 20-30 minuten gaar. Het is belangrijk om tussendoor niet de oven te openen, anders zakt alles in.

Hamkaassoufflé

Je kunt nog veel meer met souffleren klaarmaken, bijvoorbeeld een hamkaassoufflé. Hiervoor heb je het volgende nodig:

• 300 ml halfvolle melk
• 50 g tarwebloem
• 30 g paneermeel
• 50 g roomboter
• 100 g geraspte kaas
• 200 g achterham
• 25 g bieslook (vers)
• 4 eieren
• Wat mosterd

Smelt de boter in een pannetje en voeg hier 50 g bloem aan toe. Vervolgens giet je hier langzaam de melk bij. Zorg dat dit kookt en laat het 3 minuten zachtjes doorkoken. Roer de fijngesneden ham, de geraspte kaas, de mosterd en de bieslook door het mengsel.

Splits de eieren en klop de eiwitten in een vetvrije kom stijf. Roer vervolgens de eierdooiers door het mengsel, gevolgd door het eiwit. Houd er rekening mee dat je het eiwit alleen erdoor mag spatelen, niet roeren.

Vet de bakjes in en beklop ze met paneermeel. Vul deze bakjes met het mengsel en zet dit 20 minuten in de oven (200 °C). Ook nu weer de ovendeur niet tijdens het bakken openen.

Variaties op bovenstaande recepten

Hierboven heb je twee lekkere recepten met betrekking tot souffleren gezien. Je kunt hier je eigen variaties op maken. Dit doe je door bepaalde ingrediënten toe te voegen of juist weg te laten. Houd er rekening mee dat je altijd eiwit nodig hebt, dit zorgt ervoor dat het recept luchtig is. Bovendien zal het eiwit het recept laten rijzen en dat is precies waar souffleren voor staat. Souffleren betekent namelijk ‘rijzen’.

Betekenis souffleren toneel

Je weet nu alles over souffleren koken of bakken, maar wees je dat het woord ook een andere betekenis heeft? Binnen het toneel heb je namelijk ook souffleren. Dit betekent niet het luchtig maken van een toneelstuk maar het voorlezen van tekst voor de acteurs.

Vroeger zat een souffleur aan de voorzijde van het podium (toneel). Hier zat hij in een hokje met zijn hoofd richting de acteurs, het publiek kon hem niet zien. Tegenwoordig zit een souffleur in de coulissen of werkt vanuit de zaal. Vanwege digitalisering dit op afstand, bijvoorbeeld middels een oortje.

Het is overigens niet zo dat een souffleur alle tekst voorzegt. Hij leest mee en zegt alleen de tekst op wanneer de acteur deze vergeten is. Het is dus een hulpmiddel om ervoor te zorgen dat het toneelstuk door blijft lopen.